Een nieuwe Belgische meerwaardebelasting vanaf 2026
België was tot nu toe een buitenbeentje in Europa: meerwaarden op financiële activa waren voor natuurlijke personen doorgaans vrijgesteld van personenbelasting. Enkel indien er sprake was van speculatie of abnormaal beheer van het privévermogen konden meerwaarden worden belast met als toepasselijk belastingtarief 33%.
Vanaf 1 januari 2026 komt daar verandering in: de regering-De Wever I stelt namelijk een nieuwe meerwaardebelasting op financiële activa voor. De voorgenomen hervormingen zijn onder voorbehoud, aangezien het wetsontwerp nog langs de Raad van State moet, waarna het ontwerp, na een tweede lezing binnen de regering, nog haar parlementair beslag dient te krijgen. Een en ander kan dus nog licht wijzigen. In dit artikel worden alvast de krijtlijnen van de voorgestelde meerwaardebelasting toegelicht.
Toepassingsgebied van de meerwaardebelasting: wie en wat?
Wie?
De meerwaardebelasting is van toepassing indien natuurlijke personen en rechtspersonen die niet aan de Belgische vennootschapsbelasting onderworpen zijn, een meerwaarde op financiële activa realiseren bij een overdracht onder bezwarende titel.
De Memorie van Toelichting voorziet daarnaast expliciet dat de nieuwe meerwaardebelasting niet verschuldigd zou zijn door niet-inwoners van België.
Wat?
Bovendien geldt de meerwaardebelasting enkel voor meerwaarden die gerealiseerd worden buiten een beroepsactiviteit, en dus vallen onder het normale beheer van het privévermogen, buiten enige speculatie om. Noteer dus dat de bestaande meerwaardebelasting aan een tarief van 33%, die verschuldigd is wanneer de transactie kadert in een abnormaal beheer van iemands privé-vermogen, in parallel naast de nieuwe meerwaardebelasting blijft bestaan.
De belasting is verschuldigd op meerwaarden op financiële activa, die in het regeringsvoorstel worden onderverdeeld in vier brede categorieën:
- Financiële instrumenten, zoals o.a. aandelen, obligaties, fondsen, derivaten;
- Verzekeringsproducten, zoals o.a. tak 21-, tak 22-, tak 23-, tak 26- en tak 44-verzekeringen;
- Cryptoactiva, zoals gedefinieerd in de zogenaamde MiCA-verordening (Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten); en
- Valuta, inclusief beleggingsgoud en digitale centrale bankmunten.
Belastbare basis
De meerwaardebelasting wordt geheven over het verschil tussen de ontvangen prijs voor de overgedragen financiële activa en de prijs die de belastingplichtige zelf heeft betaald voor die financiële activa. Hierbij wordt er geen rekening gehouden met eventuele kosten of belastingen, die niet mogen worden afgetrokken van de belastbare basis. Minderwaarden kunnen wel onder voorwaarden worden afgetrokken, doch enkel binnen dezelfde categorie van financiële activa.
Aangezien historische meerwaarden zullen worden gevrijwaard, zal voor de aanschaffingsprijs van deze activa, de waarde op 31 december 2025 dienen te worden bepaald, het zogenaamde “fotomoment”. Indien de belastingplichtige kan bewijzen dat zijn aanschaffingsprijs hoger ligt dan de waarde op het ‘fotomoment’, mag hij deze aanschaffingsprijs gebruiken.
Indien het financieel actief genoteerd is, betreft het de slotkoers van dat actief van het jaar 2025. Voor niet-beursgenoteerde financiële activa wordt het hoogste van de volgende waardes genomen:
- De waarde gehanteerd bij een overdracht tussen onafhankelijke partijen, een kapitaalverhoging, of de oprichting van een vennootschap die plaatsvond in 2025;
- De waarde die het resultaat is van een toepassing van een waarderingsformule vastgesteld in een contract of een contractueel aanbod van een verkoopoptie die van toepassing is op 1 januari 2026; of
- Het eigen vermogen verhoogd met viermaal het EBITDA van het laatst afgesloten boekjaar.
Enkel in afwijking van deze laatste, forfaitaire, berekening, kan een waardering worden opgemaakt door een revisor, die niet de commissaris is, of een onafhankelijk accountant. Deze waardering moet uiterlijk op 31 december 2026 gebeuren.
Tarieven en regimes
Het wetsontwerp van de regering-De Wever I onderscheidt drie belastingregimes.
Standaard
Het algemene regime voorziet in een tarief van 10% op de gerealiseerde meerwaarde. Hierbij wordt jaarlijks de eerste 10.000 euro aan meerwaarde vrijgesteld. Bovendien kan ook 1.000 euro per belastbaar tijdperk overgedragen worden, zonder dat de vrijstelling een maximumbedrag van 15.000 overstijgt.
Aanmerkelijk belang
Voor aandeelhouders met een zogenaamd ‘aanmerkelijk belang’, met name aandeelhouders die minstens 20% van een vennootschap bezitten, geldt een bijzonder regime met progressieve belastingtarieven van 1,25% (tot 2,5mio), 2,5% (tot 5 mio), 5% (tot 10mio) en 10% daarboven waarbij een vrijstellingsdrempel voor de eerste 1 miljoen euro geldt, gespreid over vijf jaar.
‘Interne’ meerwaarden
Tot slot worden zogenaamde ‘interne meerwaarden’, waarbij aandelen worden verkocht aan een vennootschap die onder controle staat van de verkoper of diens familie (gedefinieerd als echtgeno(o)t(e) of zijn afstammelingen, zijn ascendenten, zijn zijverwanten tot en met de tweede graad en die van zijn echtgeno(o)t(e)) onmiddellijk belast aan een tarief van 33%.
Een opvallend punt is dat enkel de vrijstellingen van het algemene regime voorzien worden van een (automatische) indexatie. Bovendien is er geen automatische toepassing van de vrijstellingen, maar moet de belastingplichtige die actief vragen via de aangifte.
Inning van de belasting
Om deze belasting te innen, wordt er een verplichting opgelegd aan de financiële instelling om de meerwaardebelasting in te houden. Het wetsontwerp voorziet wel een opt-out mogelijkheid voor deze inhouding, zodat belastingplichtigen op deze manier kunnen vermijden dat ze belastingen prefinancieren.
Deze inhoudingsplicht is echter niet van toepassing op de meerwaarden voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang, of de interne meerwaarden. Aangezien deze meerwaarden niet worden ingehouden en doorgestort, voorziet het wetsontwerp in een meldingsplicht voor tussenpersonen die op enige wijze betrokken zijn bij deze verrichtingen.
Exitheffing en antimisbruik
De federale regering wil eveneens voorkomen dat belastingplichtigen de meerwaardebelasting ontwijken door België te verlaten. Daarom voert zij eveneens een exitheffing in, die de latente meerwaarden op de activa belast indien de belastingplichtige naar het buitenland verhuist, tenzij de belastingplichtige de activa twee jaar niet verkoopt of terugkeert naar België.
Indien de belastingplichtige verhuist naar een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische ruimte of naar een land waarmee België een overeenkomst tot vermijding van dubbelbelasting heeft gesloten dat voorziet in een uitwisseling van informatie en wederzijdse invorderingsbijstand, wordt aangenomen dat de belastingplichtige de meerwaarde realiseert, maar krijgt de belastingplichtige automatisch uitstel van betaling.
Indien de belastingplichtige verhuist naar een andere jurisdictie dan deze hiervoor vermeld, geldt er een optioneel regime van uitstel van betaling. De belastingplichtige moet dit uitstel aanvragen en voldoende zekerheid verschaffen, door bijvoorbeeld een bankgarantie of inpandgeving van financiële instrumenten te geven.
Ook de algemene antimisbruikbepaling blijft volledig van kracht. Zo kan bijvoorbeeld, zoals expliciet weergegeven in de Memorie van Toelichting, een overdracht zonder tegenprestatie (bij wijze van schenking) aan een buitenlandse partij gevolgd door een realisatie door de begiftigde van de meerwaarde en een teruggave van de gelden aan de schenker als fiscaal misbruik worden beschouwd, waardoor de meerwaarde alsnog belastbaar is in België lastens de schenker.
Interactie met bestaande wetgeving
De meerwaardebelasting geldt enkel voor meerwaarden die gerealiseerd worden buiten een beroepsactiviteit en komt dus bovenop, maar niet in de plaats van, het huidige regime voor diverse inkomsten (artikel 90, lid 1, 1° WIB 92) en is dus van toepassing zelfs al past de transactie binnen het normaal beheer van het privévermogen. Bij speculatie of abnormaal beheer blijft het tarief van 33% zoals gezegd dus van toepassing.
Voor professionele activiteiten blijft de meerwaarde belast als beroepsinkomen. Er worden dus duidelijke grenzen getrokken tussen de verschillende fiscale categorieën.
Tot slot is het nog nuttig mee te geven dat de zogeheten Reynderstaks (op grond van artikel 19bis WIB92) naast de nieuwe meerwaardebelasting zal blijven bestaan. Dat deel van de meerwaarde dat op grond van artikel 19bis WIB92 reeds belast wordt als interest, zal echter niet nogmaals onderworpen worden aan de meerwaardebelasting.
Timing
De nieuwe regeling treedt in principe in werking op 1 januari 2026. Zoals vermeld worden de historische meerwaarden op activa verworven voor deze datum vrijgesteld.
Conclusie
De Belgische meerwaardebelasting op financiële activa is een ingrijpende verandering van het fiscale landschap. Volgens de regering-De Wever I, vormt het een verschuiving naar een rechtvaardigere fiscaliteit, waarbij inkomsten uit vermogen bijdragen aan de overheidsfinanciën.
Om echter te garanderen dat de historische meerwaarden effectief worden vrijgesteld, kunnen we enkel het belang van een tijdige waardering benadrukken.
Sansen International Tax Lawyers
Sansen International Tax Lawyers is een “boutique” advocatenkantoor dat in 2014 werd opgericht door Erik Sansen. Het kantoor is gespecialiseerd in internationale en nationale fiscaliteit, met een focus op fiscaal advies, fiscale procedures en estate planning.
Sansen biedt een zeer persoonlijke en hands-on benadering voor ondernemers, vennootschappen en vermogende particulieren. Het kantoor heeft een wendbaar team dat nauw samenwerkt met een internationaal netwerk van adviseurs, en biedt een breed scala aan diensten, van grensoverschrijdende investeringen tot fiscale begeleiding bij emigratie. Sansen streeft naar langdurige vertrouwensrelaties met zijn cliënten .